Wet op de Ondernemingsraad

Generic selectors
Exact matches only
Search in title
Search in content
Post Type Selectors

Artikel 23. Het overleg: onderwerpen, initiatiefrecht, wie overlegt

  1. De ondernemer en de ondernemingsraad komen met elkaar bijeen binnen twee weken nadat hetzij de ondernemingsraad hetzij de ondernemer daarom onder opgave van redenen heeft verzocht.
  2. In de in het eerste lid bedoelde overlegvergaderingen worden de aangelegenheden, de onderneming betreffende, aan de orde gesteld, ten aanzien waarvan hetzij de ondernemer, hetzij de ondernemingsraad overleg wenselijk acht of waarover ingevolge het bij of krachtens deze wet bepaalde overleg tussen de ondernemer en de ondernemingsraad moet plaatsvinden. In ondernemingen waarin in de regel ten minste 100 personen werkzaam zijn, worden ten minste eenmaal per jaar in de overlegvergadering in ieder geval besproken de hoogte en de inhoud van de in artikel 31d, eerste en tweede lid, bedoelde arbeidsvoorwaardelijke regelingen en afspraken, en de ontwikkeling van de beloningsverhoudingen ten opzichte van het voorgaande jaar per verschillende groep van de in de onderneming werkzame personen. De ondernemingsraad is bevoegd omtrent de bedoelde aangelegenheden voorstellen te doen en standpunten kenbaar te maken. Onder de aangelegenheden, de onderneming betreffende, is niet begrepen het beleid ten aanzien van, alsmede de uitvoering van een bij of krachtens een wettelijk voorschrift aan de ondernemer opgedragen publiekrechtelijke taak, behoudens voor zover deze uitvoering de werkzaamheden van de in de onderneming werkzame personen betreft.
  3. De ondernemingsraad is ook buiten de overlegvergadering bevoegd aan de ondernemer voorstellen te doen omtrent de in het tweede lid bedoelde aangelegenheden. Een dergelijk voorstel wordt schriftelijk en voorzien van een toelichting aan de ondernemer voorgelegd. De ondernemer beslist over het voorstel niet dan nadat daarvoor ten minste éénmaal overleg is gepleegd in een overlegvergadering. Na het overleg deelt de ondernemer zo spoedig mogelijk schriftelijk en met redenen omkleed aan de ondernemingsraad mee, of en in hoeverre hij overeenkomstig het voorstel zal besluiten.
  4. Het overleg wordt voor de ondernemer gevoerd door de bestuurder van de onderneming. Wanneer een onderneming meer dan één bestuurder heeft, bepalen dezen tezamen wie van hen overleg pleegt met de ondernemingsraad.
  5. De in het vorige lid bedoelde bestuurder kan zich in geval van verhindering of ten aanzien van een bepaald onderwerp laten vervangen door een medebestuurder. Heeft de onderneming geen meerhoofdig bestuur, dan kan de bestuurder zich bij verhindering doen vervangen door een persoon als bedoeld in artikel 24, tweede lid, of door een in de onderneming werkzame persoon die beschikt over bevoegdheden om namens de ondernemer overleg te voeren met de ondernemingsraad.
  6. De bestuurder of degene die hem vervangt kan zich bij het overleg laten bijstaan door een of meer medebestuurders, personen als bedoeld in artikel 24, tweede lid, of in de onderneming werkzame personen.
  7. Ten aanzien van de overlegvergadering, bedoeld in het tweede lid, tweede zin, is artikel 24, tweede en derde lid, van overeenkomstige toepassing.

Toelichting en commentaar:

In dit artikel wordt de basis van het overleg geregeld. De gelijkwaardigheid van OR en bestuurder is af te leiden uit het feit dat beiden de andere partij kunnen verplichten tot overleg binnen twee weken. Verder wordt in lid 3 het zogenaamde initiatiefrecht beschreven. Volgens mij is het vanuit artikel 2 al vanzelfsprekend dat de OR zelf voorstellen mag doen. Hoe kun je anders bemoeien met “..het goed functioneren van de organisatie in al haar doelstellingen..”? Hier wordt er wel een procedure aan gekoppeld. Verder is vanaf 1 januari 2019 expliciet geregeld dat de beloningsverhouding tussen de top en de werknemer met de OR besproken moet worden. Dat kan het beste in de algemene gang van zaken bespreking volgens art. 24 WOR. De Raad van Commissarissen of de Raad van Toezicht is hier dan bij aanwezig als de OR dat wenst. Helaas heeft de OR geen instemmingsrecht op de beloningsverhoudingen.